Dit euvel speelt zich af tijdens de Eerste Wereldoorlog. Na een aantal slopende weken zitten aan weerskanten Belgen en Duitsers in loopgraven. De Belgische generaal bericht zijn manschappen dat er binnen enkele momenten een duif komt met cruciale informatie voor de strijd.Na enkele ogenblikken komt er inderdaad een duif aangevlogen die precies tussen de twee vijandelijke loopgraven neerstrijkt. De generaal stuurt een zekere soldaat genaamd Sjefke op pad om de informatie van de duif te bemachtigen. Sjefke kruipt dan ook voorzichtig naar de duif toe. Eenmaal daar aangekomen houdt hij zijn oor bij de duif en rent keihard terug terwijl de Duitsers op hem schieten. Hij valt half dood in de kuil. De generaal snelt naar hem toe. “Sjefke, alee, wat zei den duif? “Hierop gebaard Sjefke de generaal dichterbij te komen.”Sjefke, Sjefke wat zei hij? “Waarop Sjefke in zijn laatste adem antwoordde: “Roekoe Roekoe!”
Inzender: Bea